dinsdag 11 oktober 2011

7. Een goed begin

De coach heeft alle jongens verteld waar ze op het hockeyveld moeten gaan staan. De jongens F spelen in twee teams op twee verschillende veldjes. Ze hebben wel vier doeltjes op elk veld! Gelukkig snappen de jongens uit zijn team best dat Hugo het nog allemaal moet leren. Ze zijn heel blij dat hij mee kan doen. Anders hadden ze te weinig spelers gehad.

De spelleider wil beginnen. Het publiek langs de kant zoekt een mooi plekje om alles goed te kunnen zien. “Kom op, jongens”, zegt de coach, “Laat onze kreet maar horen.” En voor Sanne in de gaten heeft wat er precies gebeurt, staan de jongens van F4 in een kringetje. Hugo staat ertussen alsof hij al jaren meespeelt. Met hun stick tikken ze vrolijk op de grond. En ze roepen heel hard:

“Wij zijn de jongens van F4,

samen maken we véél plezier,
Laat de wedstrijd nu beginnen,
we doen ons best om lekker te winnen.
Wij zijn de kampioentjes van F4.
Jeeeeeeee!”


En terwijl ze allemaal hard “jeeeeee” roepen, lopen de jongens heel hard naar hun plaats.
Sanne moet vreselijk lachen. De coach komt naast haar en haar vader staan. “Nou Sanne”, zegt hij, “dát is nog eens een goed begin, vind je ook niet?”